Joop ter Heul is het vrouwelijke hoofdpersonage in een serie van vijf boeken, de zogenaamde 'bakvisromans' voor tienermeisjes die erg veel populariteit genoten aan het begin van de 20e eeuw. De auteur Cissy van Marxveldt omschreef Joop als een levendig karakter, vaak tegendraads en dwars. De eerste vier delen zijn geschreven tussen 1918 en 1925 en gaan over Joop ter Heul zelf. Ze hebben betrekking op Joop's middelbare school tijd, haar adolescente jaren, de belevenissen van haar eerste huwelijksjaar en haar kinderen. In het laatste deel is Jopie junior de gemoderniseerde versie van haar moeder. Er wordt door velen gespeculeerd over de grote invloed die de boeken op Anne Frank zouden hebben gehad, waar Anne haar brieven schrijft aan 'Kitty' — een toonaangevend karakter in de Joop ter Heul boeken.
'Joop ter Heul's problemen' is het tweede boek in de vijfdelige serie.
Setske de Haan (1889–1948) begon haar literaire carrière met het schrijven van artikelen en verhalen voor Nederlandse tijdschriften, onder de pseudoniemen Cissy van Marxveldt, Betty Bierema en Ans Woud. Vooral als Cissy van Marxveld werd ze bekend door haar vooroorlogse meisjesboeken, die voornamelijk gesitueerd waren in de “betere milieus”.
In het jaar dat ze trouwde (1916), publiceerde ze het eerste boek in wat een serie romans zou worden over het eigenzinnige meisje Joop ter Heul. Van Marxveldt schreef ook veel andere jeugdboeken, waarvan 'Een zomerzotheid' erg populair was.