Grondige analyse van de positie van de gelovige in de genade
In dit boek legt Amerika's grootste theoloog een van de belangrijkste onderwerpen van het christendom uit: de positie van de gelovige in de genade. Zoals gebruikelijk geeft Edwards een grondige analyse van dit onderwerp. Hij onderzoekt het verschil tussen gewone en zaligmakende genade, toont de aard en kwaliteiten van zaligmakend genade aan, en benadrukt hoe een beginsel van genade afkomstig is van de Geest van God. Edwards behandelt ook uitgebreid en inzichtelijk de kwestie van de Heilige Geest als het gaat om het 'staan in genade'.
Dit werk werd voor het eerst gepubliceerd in 1865 door Alexander Grosart onder de titel A Treatise on Grace en werd opgenomen als onderdeel van Selections from the Unpublished Writings of Jonathan Edwards.
Vele jaren geleden las ik als historisch mentor de predikant-theoloog Andrew Fuller. Hij was op zijn beurt diep gevormd door de geschriften van de New England godgeleerde Jonathan Edwards, die terecht is omschreven als de 'Augustinus van Amerika'. Ook ik schaam me er niet voor om, na Fuller, Edwards als een belangrijke invloed op mijn leven te beschouwen. En dit boek is typisch Edwards over een cruciaal onderwerp van het christelijk leven: de 'zalimakende genade van God. Hier onderzoekt Edwards belangrijke zaken, zoals hoe zaligmakende genade verschilt van de gewone genade en waarom zaligmakende genade zelf een gave is van de inwonende Heilige Geest. In een notendop toont Edwards zich een ware erfgenaam van de belangrijkste leer van de Reformatie, die ook vandaag nog hard nodig is: christen zijn is Sola Gratia."
Michael A. G. Haykin, professor kerkgeschiedenis, The Southern Baptist Theological Seminary.
Jonathan Edwards (1703–1758) werd in 1729 predikant van de kerk in Northampton, Massachusetts, en bleef daar drieëntwintig jaar voordat hij zendingswerk ging doen in Stockbridge, Massachusetts. Hij aanvaardde het presidentschap van het College of New Jersey (nu bekend als Princeton), maar stierf slechts enkele weken na zijn aantreden aan een pokkeninenting.