Katers en poezen is Bukowski's ode aan ons favoriete huisdier. Bukowski ziet de ondoorgrondelijke viervoeters als majestueuze en elementaire entiteiten, met blikken die de ziel doorboren. Hij beschouwt ze als unieke krachten van de natuur, ongrijpbare afgevaardigden van schoonheid en liefde.
In deze bloemlezing leren we een andere kant van de cultschrijver kennen. Het staat vol grappige, ontroerende en vleiende bespiegelingen van de door Bukowski zo bewonderde dieren. Zijn katten zijn woest en veeleisend – hij beschrijft hoe ze hun prooi besluipen, hoe ze over zijn volgetypte pagina's kruipen en hem wakker maken door hun nagels in zijn gezicht te zetten – maar uiteraard zijn ook zijn katten extreem aanhankelijk, en bieden ze tedere, essentiële zorg.
Katers en poezen is een verhelderend portret van een formidabele schrijver met een unieke kijk op de wereld, en is onmisbaar voor iedereen die thuis opgewacht wordt door ten minste één kat.